zaterdag 2 januari 2010

De volgende dag alweer...

Als ik om zeven uur het hondje van Buurman uitlaat is de gehele gracht op deze zaterdagmorgen nog in diepe rust. Ik kom geen hond, laat staan een baasje, tegen. Het is koud en het vriest. Hier en daar liggen nog hardgevroren klodders sneeuw, de ‘blauwe maan’ staat op zo'n hoogte aan de nog nachtelijke hemel dat hij heel erg groot lijkt te zijn en heeft alleen gezelschap van de Morgenster.
De gracht is voor het eerst dichtgevroren. En ligt er dof berustend bij. Klotst niet gezellig als we langslopen. Zelfs de vroege waterhoen laat zich niet horen. Hondje scharrelt langs alle paaltjes en aan de overkant worden alle bomen besnuffeld en hier en daar laat hij wat achter. Hondje heeft geen last van de kou. Ook niet van sneeuw of nattigheid. Zijn worstenlijfje heeft een flinke speklaag en een behoorlijke beharing.
Hij heeft wel veel last van knallen. Zoals iedereen. Gisteravond gingen bij een studentenflat nog wat late klappers af en hij wist niet hoe hard hij me mee naar huis moest trekken. Geen oog meer voor paaltjes of bomen… Achterin de tuin hebben we de rest van zijn behoeften achtergelaten.

En zo begon de zaterdag, de 2e januari 2010.
Ik heb hondje binnengelaten, hem een snoepje, schoon water en een brok gegeven, hem in zijn mand naast het bed van de baas weer ondergestopt (jawel)… en ben naar mijn eigen huis gegaan. De verwarming had ik tevoren hoger gezet, zodat het huis lekker warm is.

Gisteren was een ongelooflijk saaie dag. Dat zal het voor de meeste mensen wel zijn, maar je moet het maar willen toegeven. Het ene kwart van de mens bezoekt het andere kwart, of telefoneert om elkaar een goed nieuw jaar te wensen. Zo ook hier.
Voor mij komt de nieuwjaarsvisite vandaag naar mijn huisje. Dochterlief en een oude vriend van haar/ons komt dan op bezoek. Dus niet meer terug in het warme nestje, maar stoer meteen onder de douche… eerst nog maar wat mails beantwoorden…
---
Inmiddels is er even tijd om ‘bij te schrijven’. We hebben de koffie en de soep achter de kiezen en zij zijn nu even de stad in een paar uur samen te zijn en om o.a. nieuwe lampjes voor me te kopen. Mijn halogeenlampjes voor het toetsenbord van de computer hebben het gisteravond begeven. Een harde knal en ik zat met een kortsluiting in het pikkeduister Nee, verder was er geen schade. Gelukkig wist ik wat te doen en raakte niet in paniek. Maar heb alleen de hoofdschakelaar in de meterkast omgezet.

Nadat ze terugwaren en de nieuwe lampjes weer functioneerden kreeg ik twee verrassingen. De lampjes waren een cadeautje en wat nog meer was, ik werd uitgenodigd mee te gaan eten bij ‘mijn’ Chinese restaurant.
Het werd een gezellig avondje en dochter en vriend zijn daarna op huis aangegaan. Zojuist werd ik gebeld dat beiden veilig thuisgekomen waren. Zij het dat de ander nog een aantal kilometertjes met de auto verderop moest.

Inmiddels is hondje ook uitgelaten en ben ik zelf toe aan een hele lange winterslaap. Ik denk dat ik daar maar een beginnetje mee maak nu de voorspellingen heel erg winters worden.
Dus dit stukje beëindig ik maar weer.

vrijdag 1 januari 2010

De eerste dag van 2010

1 januari 2010. De eerste dag van de rest van het leven. Voor mij en miljarden anderen. Voor de meeste mensen die dit bewust of per ongeluk lezen is het winter. En het moet nog bitter koud worden. Nog méér winter dus voor de boeg. Ik houd niet van winter, niet van kou en de grijsheid die de winter overheerst. Ik houd niet van de maanden dat de zon mijn huisje niet kan beschijnen. En ik moet me maar troosten met de gedachte dat het dit duizenden mensen overkomt. En dat ik een mooie en sterke daglichtlamp op de kop heb getikt. Dus licht genoeg heb. Ach ja. Maar geef mij toch maar voorjaar, warmte en groen. Over de eerste bloemetjes die ik dan tegenkom kan ik nog steeds elk jaar lyrisch worden.

Gisteren nog even de laatste boodschappen en de oliebollen en appelflappen gehaald. Er ligt al een zak in de diepvries. Want natuurlijk was het oog weer groter dan de maag. Zelfs de flesjes wijn zijn onaangeroerd. Ach, het komt wel op voor volgend Nieuwjaar. Ben ik van overtuigd. ;-)
Gisteren ook nog even naar de apotheek gegaan. En weer stiekem moeten lachen. Er was genoeg personeel, maar toevallig maakte ik weer een Babylonische spraakverwarring mee. Een Oost-Europese wilde een bepaald medicijn hebben dat niet voorradig was. Dus de van oorsprong Aziatische assistente probeerde haar dat duidelijk te maken. En dat ze het wel misschien kon vinden in een gecombineerde apotheek-drogisterij, zoals die te vinden is in de Leidsestraat. Dat kwam niet aan. Werd niet verstaan, en de Oost-Europese sprak geen Engels Er werd een derde assistente bijgehaald, ook een vrouw van verre afkomst. De dames spraken goed Nederlands. Maar die konden haar maar niet duidelijk maken waar ze haar medicijn kon kopen. Ze konden elkaar ook niet bereiken met Frans, Duits of Engels. Teneinde raad heeft de Oost-Europese vrouw maar vriendelijk bedankt, ze moest het vliegtuig halen die middag.. Het heeft alles bij elkaar een aardig tijdje geduurd en ik had plezier in die spraakverwarring. Kon ik meteen een beetje uitrusten ook. Met mijn zware tassen.

In mijn krant van donderdag 28 december stond de ‘uitslag van een onderzoek’… ik zet het maar tussen haakjes, het is zó niet- deugend dat ik erop moest antwoorden met een ingezonden stuk. Het onderzoek ging ervan uit dat een allochtoon iemand was met tenminste één ouder die in het buitenland geboren was en van 3e generatie-allochtonen die hier wel geboren waren, maar die tenminste één grootouder hadden die in het buitenland geboren was.
De griezels liepen me over de rug. Het klonk allemaal akelig bekend, zo iets van uit de dertiger jaren, zoiets van eh… het begin van de jodenvervolgingen in Duitsland. Mijn eerste reactie was naar de digitale krant, maar het stond nog uitgebreider in de papieren krant die namiddag. En ik ben blij dat ik gereageerd heb, want later bleek dat meer mensen zich over dat artikel opgewonden hadden. Ik schreef (en werd geplaatst) het volgende:

In het Parool van donderdag staat een artikel onder de kop: 'Helft van Inwoners (Amsterdam) officieel allochtoon'.
O jee, was mijn eerste gedachte, moet ik mijzelf nu ook een allochtoon noemen? Mijn Oostenrijkse, Joodse moeders vluchtten de jaren dertig uit Oostenrijk voor het opkomende nazisme en antisemitisme, naar het tolerante Nederland. Ik heb dus ook één buitenlandse ouder. Jammer genoeg heeft zij het niet overleefd. Vanuit Nederland werd ze tòch in Auschwitz vermoord.

Ik weiger dus (duidelijk) mee te doen met het allochtoontje tellen. We zijn mensen, wat voor godsdienst of afkomst we ook hebben.
Ooit vluchtten Franse niet-katholieken hierheen. Joodse mensen die uit Spanje en Portugal vluchtten waren hier meer dan welkom. We haalden Spaanse en Italiaanse mensen hierheen omdat we werkende mensen tekort kwamen en haalden later Marokkanen en Turken hierheen om het vuile werk te doen.
In de laatste honderd jaar is ook de christelijke cultuur veranderd.
Vele kerken zijn leeggelopen.
Die veranderingen kwamen vanzelf, niet door de Islam, maar omdat mensen voor zichzelf en vrij gingen denken.
Zo veranderen godsdienst en cultuur voortdurend..
---------------------------------------------------------
Ik vergat nog te schrijven dat we hier ook een tijd gehad hebben dat de Protestantse Kerk overheersend was (denk aan de Beeldenstorm) en de R.K.Kerk verboden was en 'ondergronds' moest. Het schuilkerkje 'Ons' Lieve Heer op Solder' is daar nog een getuigenis van.
We hebben zelfs een tijd gehad dat Joodse Orthodoxen en Liberalen elkaar bestreden.
Nu, in deze tijd, zijn er veel Moslims. Daar zijn ook heel veel verschillende inzichten bij. De één loopt er (volgens ons) middeleeuws bij, met een zwart kleed en sluier en met een witte rand van het kapje daaronder, net zoals honderden jaren geleden R.K. nonnen. De ander, net als orthodox joodse mensen, houdt het hoofd altijd bedekt op een andere manier. En weer anderen herken je niet als moslim of Jood, omdat ze daar geen uiterlijke tekenen aan verbinden. Waar maken me ons, om in stijl te blijven, in g'dsnaam druk over?

Laten we het maar houden bij de opstandige en bij het deel 'niet deugende' jeugd, die is ook van alle tijden. Denk alleen maar aan de, de maatschappij weerstrevende, jeugd van de vijftiger jaren. Al is, toegegeven, mede door de invloed van tv en van films, dat jongste deel van de jeugd harder en hartelozer dan vroeger. Waar moeten we de aanpak daarvan zoeken? Of zal dit ook voorbijgaan? Zoals alles, alle godsdiensten en culturen voortdurend veranderen en voorbijgaan...

Verder was dezer dagen de tv overheersend. Ik heb genoten van Mies Bouman’s feest. Zij gedroeg zich als een ware koningin. Het moet een mooie verrassing voor haar geweest zijn. Ook het programma van Jeroen Pauw ‘Vijf jaar later’ kijk ik graag. Dit keer met Joop van de Ende. Een warm, ter zake kundig mens die echt wat te vertellen heeft.

Enfin…… ik hoop dat het droog blijft. Maar we werden alweer bedreigd met ‘lichte sneeuw’. Voor ouderen is het een poging tot zelfmoord om dan de deur uit te gaan. De stoepen worden niet geschoond, op de middenweg kun je dan wel lopen, maar de stoepen van de bruggen hier zijn hopeloos glad gebleven. Dan moet een mens wel op de weg of het fietspad gaan lopen. Met alle risico’s vandien. Sinds we gezondheid alleen nog meten in geld, wat zou duurder zijn: de bruggen en stoepen met zand bestrooien of
De talloze breuken die het gevolg kunnen zijn van gladheid?

Een alternatief is natuurlijk alle mensen die geen eigen vervoer hebben op te sluiten in hun huizen tot de kou weer voorbij is. Hoewel, dat voorkomt wel been- en heupbreuken etc…. maar veroorzaakt weer doden door andere oorzaken…………….
Ach laten we de boel maar niet opblazen en rustig wachten tot de kou weer uit de lucht is……

maandag 28 december 2009

de derde kerstdag

Vanmorgen waren de temperaturen van dien aard dat ik het hondje weer langer kon laten lopen. Het is 5 graden, windstil, de straten zijn schoon en droog en de enkeling die ik tegenkom, zegt vriendelijk goedemorgen.
We hebben dus een extra lange wandeling gemaakt, hondje en ik. Met extra veel paaltjes om aan te snuffelen en bosjes om in te p..pen. Als het weer ’s morgens vroeg meewerkt vind ik die ochtendwandelingetjes echt plezierig. Als het koud en nat is kost het ook moeite om het beestje zijn mand (toegedekt met een handdoek) te verlaten. Ach, hij heeft oude botjes en zijn lijfje is veel te dik. Kan het beestje zelf niet helpen, maar wàt we ook zeggen of doen, de baas wil niet ophouden met hem mee te laten eten van de pot. En dat is vooral niet goed voor zulke kleine oude hondjes. Die horen geen kippensoep te eten, of pap, of puddinkjes. Maar morgen hoop ik weer naar mijn eigen dierenwinkel te kunnen gaan. Daar hebben ze dieetbrokken, brokken met een laag vetgehalte bij voorbeeld.

Het is nog vroeg en buiten is het nog donker. Maar ik blijf uit mijn warme bedje, want straks komt Betty en er moet nog wel een en ander opgeruimd worden, bijv. een vaatje afgewerkt.
Het is de laatste keer. Volgend jaar, volgende week is dat al, komt er een andere hulp. Maar ze zullen Betty niet kunnen vervangen...Nee hoor.

Ik ben persoonlijk wel blij dat de kerstdagen voorbij zijn en het leven weer een beetje gewoon is.
Toen ik nog jong was en de drie kinderen die we hadden, nog klein, was kerst een groot feest. Ook in mijn eigen ogen. Met lichtjes, een boom, een zak onder de boom met cadeautjes. Met dagen in de keuken staan om iets lekkers op de mooi gedekte tafel te krijgen en met tenminste één gast aan tafel. En zoals gewoonlijk, één lege stoel voor Elia.
Dat was heel raar ja, want ik was me amper bewust van mijn Joodse wortels om die tijd. Dat kwam pas jaren later.

Maar nu zijn we allemaal uit elkaar gegroeid. Eén zoon, Jacob, leeft niet meer. De andere zoon, Leo, heeft zijn eigen leven. Mijn goede vriend mijn exman woont aan de andere kant van het land. Mijn dochter woont wel vlakbij maar heeft een druk sociaal leven en pleegkinderen heb ik niet meer. Het is lief van haar dat ze toch een dag heeft vrijgemaakt om samen een heel plezierige avond te hebben. Met lekker eten en een wijntje en vooral veel gepraat. Zoals meestal.

Maar toch ben ik wel blij dat de dagen voorbij zijn. De tv bracht veel moois en de computer verveelt nooit. Veel muziek gedraaid die ik anders niet zó veel hoor. O.a. een paar van Bach’s Weihnachtkantates en een paar koorwerken met Händel en Mozart oratoria.
Op de tv was zondag op België 1 weer eens de originele film Tevje of ook wel Anatevka met Topol in de hoofdrol. Net als met It’s a Wonderful life met James Stewart is dat een soort traditie voor mijzelf geworden. De één een joodse, de ander een echt christelijke film.

Vannacht een prachtige droom gehad, ik liep langs een weg (een weg is altijd De Levensweg, zegt het Boek erover), en in de berm stonden bomen die schaduw gaven en onder die bomen groeiden bloemen. In feite stond het vol met bloemen, roze en rozerode bloemen. Ze groeiden niet fier op hun stengels, maar je moest tussen de stengels zoeken naar de bloemen. Die plukte ik dan ook in overvloed. Dat symboliseert de mooie en goede dingen in het leven… Hoe verder ik liep, hoe mooier en meer bloemen ik zag. Er liep een man achter me. Een goed gevoel dat hij achter me bleef lopen en weinig zei. Me wel op extra mooie bloemen wees. Maar hij was aanwezig. (Al moest hij wel zo nodig een plas doen in de bloemenstruiken waar ik voorbij gelopen was. ;-) )
De hele nacht ging trouwens om de kleur roze. Was raar. Die eerdere droom dus.. Ik had via internet een fles roze melk binnengekregen. En die wilde ik niet. Maar ik raakte hem niet kwijt. Hij stond op een lijstje, ik zag de melk zelf niet. En wat ‘men’ ook zei, ik raakte het niet kwijt. Ook niet als ik links klikte en een lijstje tevoorschijn haalde om op verwijderen te kunnen klikken. Ook niet als ik in de werkbalk klikte. Het ergerde me zo mateloos dat ik er wakker van werd. Ben toen maar de nachtelijke dingen gaan doen die men dan zo in het algemeen doet. En goed wakker geworden, weer onder de warme deken gekropen in de hoop die droom kwijt te zijn….. En toén kwam de weg met die roze bermbloemen.

Inmiddels is het tijd geworden om de dag te gaan aankijken. Ik ga me toonbaar maken en de dingen doen die nog gedaan moeten worden.